Hof Den Haag heeft in hoger beroep de voormalig advocaat-generaal Matthieu van S.T. veroordeeld voor valsheid in geschrift en voor het geven van onjuiste en onvolledige informatie aan de Belastingdienst. Het hof legt een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden op, met een proeftijd van twee jaar.
De Belastingdienst had om een aantal facturen verzocht en Van S.T. stuurde die zonder de voettekst. In die tekst bleek een Luxemburgse bankrekening vermeld, waarop betalingen waren gedaan voor advocaatwerkzaamheden van de verdachte. Daarnaast heeft Van S.T. via zijn belastingadviseur de Belastingdienst in een brief onjuist en onvolledig geïnformeerd over een trustkantoor in Ltd-vorm op Curaçao waarvan hij de ultimate beneficial owner was.
Het Openbaar Ministerie eiste in hoger beroep een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 10 maanden. De afdeling strafrecht van het hof legt een lagere straf op omdat het OM minder feiten heeft bewezen. Zo is de voormalige A-G vrijgesproken van het doen van onjuiste belastingaangiften en twee valsheidsdelicten.
Bij de strafbepaling heeft het hof ook rekening gehouden met de impact die de vervolging op het persoonlijke leven van Van S.T. heeft en met het tijdsverloop sinds het plegen van de feiten. Het hof vindt ook dat de oud-magistraat een voorbeeldfunctie heeft:
"De verdachte was vanaf 2010 als advocaat-generaal werkzaam bij het openbaar ministerie en belast met de behandeling van grote fraudezaken. Gelet op het ambt dat hij bekleedde, rustte op hem een bijzondere verantwoordelijkheid het onderzoek van de Belastingdienst open en transparant te laten verlopen."
Van S.T. werd oneervol ontslagen bij het OM. Hij beschuldigde zijn oud-werkgever van stelselmatig lekken naar de media over zijn zaak. De rechtbank had een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden opgelegd. De uitspraak van het hof heeft jurisprudentie-nummer ECLI:NL:GHDHA:2022:666.
Bron: Hof Den Haag