De Staatssecretaris van Financiën heeft de Tweede Kamer de rapportage van de werkgroep exportheffing afvalstoffenbelasting aangeboden. Die werkgroep heeft de mogelijkheid van een europeesrechtelijk houdbare en handhaafbare exportheffing onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat zo'n opzet onder bepaalde voorwaarden denkbaar is.

De Staatssecretaris van Financiën heeft de Tweede Kamer de rapportage van de werkgroep exportheffing afvalstoffenbelasting aangeboden. Die werkgroep heeft de mogelijkheid van een europeesrechtelijk houdbare en handhaafbare exportheffing onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat zo'n opzet onder bepaalde voorwaarden denkbaar is.

Het uitgangspunt is hierbij dat een gelijke grondslag geldt bij een verwerking van afvalstoffen binnen en buiten Nederland. In deze opzet ligt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de exportheffing bij twee uitvoerende instanties, ieder voor het eigen deel, nl. bij de inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) en bij de Belastingdienst. De ILT, de instantie die in Nederland de Europese Verordening betreffende de Overbrenging van Afvalstoffen (EVOA) uitvoert, zou in deze opzet de daadwerkelijk geëxporteerde hoeveelheden en de daadwerkelijke hoeveelheden per verwerkingswijze kunnen beoordelen. De administratieve controle van de aangifte alsmede de inning en het boetebeleid zou in deze opzet door de Belastingdienst kunnen plaatsvinden.

Als noodzakelijke randvoorwaarden voor de exportheffing worden genoemd:

a. De heffing zal moeten aansluiten bij de EVOA-procedure, waarbij breder wordt gekeken dan alleen naar de EVOA-beschikking, en waarbij dus meer gegevens beoordeeld moeten worden dan in de oorspronkelijke opzet van de exportheffing.

b. Naar Vlaams voorbeeld moet een aanvullende procedure worden ingericht. Alleen op die wijze kunnen de uitvoerende instanties beschikken over de informatie inzake de daadwerkelijke hoeveelheid verwerkt afval per verwerkingswijze. Op dit moment beschikken zij niet over deze informatie.

c. Het is noodzakelijk dat de opgegeven hoeveelheden en verwerkingswijze van het geëxporteerde afval worden beoordeeld door een instantie die beschikt over voldoende milieuexpertise op dit terrein. In Nederland beschikt de ILT over deze expertise. De door de ILT beoordeelde gegevens worden vervolgens door de Belastingdienst gebruikt voor de administratieve controle van de aangifte alsmede de inning en het boetebeleid.

De Staatssecretaris van Financiën en de Staatssecretaris voor Infrastructuur en Milieu zijn van plan om de vormgeving van de exportheffing in de afvalstoffenbelasting nader uit te werken.

[Nieuwsbron][Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Milieuheffingen

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 23 mei

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen