Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende rekening heeft gehouden met de ligging van de woning van X in het aardbevingsgebied in Groningen.

X is eigenaar van een vrijstaande woning gelegen in de gemeente Hoogezand-Sappemeer. In geschil is of de heffingsambtenaar bij het bepalen van de WOZ-waarde voldoende rekening heeft gehouden met de ligging van de woning in het aardbevingsgebied.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende rekening heeft gehouden met de ligging van de woning van X in het aardbevingsgebied. De woningen waarmee de gemeente heeft vergeleken, zijn gelegen in het zelfde gebied. Toen deze woningen werden verkocht, was het risico op bevingen algemeen bekend. De negatieve aspecten van de ligging zijn dus verdisconteerd in deze verkoopprijzen en daarmee ook in de WOZ-waarde van de woning van X, die is gebaseerd op deze verkoopprijzen. Voor een extra aftrek wegens imagoschade ziet de rechtbank geen aanleiding. De schade aan de woning is grotendeels hersteld. Voor zover dit nog niet gebeurd is, kan er interne compensatie worden toegepast met de grote tuinkas die de heffingsambtenaar abusievelijk niet heeft meegenomen in de waardering. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 23 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen