Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur voor het jaar 2012 terecht een fors bedrag als inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking heeft genomen. Het betreft de bedragen die X als aandeelhouder van Z Ltd. heeft genoten.

Belanghebbende, X, houdt de aandelen in Y bv. Y bv houdt de aandelen in A bv. A bv verricht werkzaamheden ter zake van de aanvraag van visa en tewerkstellingsvergunningen (TWV) voor Chinese koks. X houdt ook de aandelen in Z Ltd., dat op de Turks & Caicos eilanden is gevestigd. A bv brengt in 2011 ruim € 1,2 mln aan kosten in aftrek die aan het Chinese K Ltd. zijn betaald. In 2012 brengt A bv € 723.374 aan kosten in aftrek. K Ltd. maakt forse bedragen over aan Z Ltd. Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelt de inspecteur dat K Ltd. helemaal geen prestaties heeft verricht aan A bv, en dat er sprake is van een kasrondje tussen A bv, K Ltd. en Z Ltd. De inspecteur accepteert de aftrek van de kosten dan ook niet, en stelt dat er uitdelingen aan X zijn verricht. In geschil is of de inspecteur de uitdelingen terecht als inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking heeft genomen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat er sprake is van een kasrondje tussen A bv, K Ltd. en Z Ltd. Vervolgens merkt de rechtbank op dat in de VPB-procedure 15/7406 voor het jaar 2011 is vastgesteld dat A bv niet aantoont dat de inspecteur de kosten ten onrechte heeft gecorrigeerd, en ten aanzien van het jaar 2012 dat de inspecteur de kosten ten onrechte heeft gecorrigeerd. Een en ander leidt tot een vaststelling van het inkomen uit aanmerkelijk belang van X voor 2011 van € 2500 en voor 2012 van € 532.974.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 4.13

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 23 mei

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen