Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X terecht een aanslag zuiveringsheffing bedrijfsruimte ontvangt.

Aan belanghebbende, X, is een aanslag zuiveringsheffing bedrijfsruimte voor 2017 opgelegd. De objecten op deze aanslag worden verhuurd aan derden. X gaat in bezwaar. De heffingsambtenaar vermindert de aanslag ter zake van adres 2 tot € 406,10 en handhaaft de aanslagen ter zake van adres 3 en adres 4. Er wordt een kostenvergoeding toegekend van € 127.

In geschil is of de aanslagen terecht zijn opgelegd en of de toegekende kostenvergoeding op de juiste hoogte is vastgesteld. Verder is in geschil of X recht heeft op vergoeding van immateriële schade.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X terecht een aanslag zuiveringsheffing bedrijfsruimte ontvangt. Er is sprake van kamerverhuur en X is terecht aangemerkt als heffingsplichtige. De kostenvergoeding van € 127 volstaat gelet op de geringe bewerkelijkheid en gecompliceerdheid van de zaak. De rechtbank wijst het verzoek om immateriële schadevergoeding af, aangezien de redelijke termijn van twee jaar niet is overschreden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Waterschapswet 122

Algemene wet bestuursrecht 8

Algemene wet bestuursrecht 7.15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 26 augustus

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen