De Hoge Raad oordeelt dat art. 21a Wet VPB 1969 ook van toepassing is bij navordering. Dit is af te leiden uit de rechtsingang die de wetgever aan belastingplichtigen wil bieden tegen de vaststelling van het bedrag van een voorwaarts verrekend verlies.

X bv doet over het jaar 2010 VPB-aangifte naar een belastbare winst van € 15,3 mln. Met verrekening van een verlies van € 400.000 bedraagt het belastbaar bedrag € 14,9 mln. De inspecteur legt een voorlopige aanslag op conform de aangifte. X bv maakt bezwaar tegen de voorlopige aanslag, omdat na verrekening van de aanwezige compensabele verliezen een belastbaar bedrag van nihil zou resteren. De inspecteur legt vervolgens een aanslag op naar een belastbare winst en een belastbaar bedrag van nihil. De totaal nog te verrekenen verliezen worden hierbij vastgesteld op € 41,9 mln. In 2016 legt de inspecteur vervolgens een VPB-‘navorderingsaanslag’ 2010 op. Hierbij wordt de belastbare winst vastgesteld op € 15,3 mln. Deze winst wordt verrekend met € 15,3 aan verliezen, waardoor het belastbare bedrag nihil is. De niet verrekende verliezen worden hierbij vastgesteld op € 23,2 mln. X bv is het niet eens met de verliesverrekening. In geschil is of de inspecteur zijn fout kan herstellen met de verliesverrekeningsbeschikking. X bv gaat in cassatie. Zij stelt daarbij dat oorspronkelijk een verliesverrekeningsbeschikking van nihil is gegeven en dat de inspecteur deze niet kan herzien.

De Hoge Raad oordeelt dat art. 21a Wet VPB 1969 ook van toepassing is bij navordering. Dit is af te leiden uit de rechtsingang die de wetgever aan belastingplichtigen wil bieden tegen de vaststelling van het bedrag van een voorwaarts verrekend verlies. Volgens de Hoge Raad betekent dit dat ook het bedrag van het bij het opleggen van de navorderingsaanslag verrekende verlies moet worden vastgesteld bij een, nadere, voor bezwaar vatbare beschikking. Dat art. 21a Wet VPB 1969 niet voorziet in herziening van een eerdere beschikking, is niet van belang. Volgens de Hoge Raad is het inherent aan het systeem van de Wet VPB 1969 met betrekking tot navordering en verliesverrekening dat die nadere beschikking mogelijk is. De Hoge Raad merkt hierbij nog wel op dat aan de voorwaarden voor navordering moet zijn voldaan.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 21a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 23 maart

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen