De Hoge Raad oordeelt dat als een huurder van een sociale huurwoning beroep instelt tegen een WOZ-beschikking, de rechter moet onderzoeken of er aanleiding is de eigenaar/verhuurder uit te nodigen om aan het geding deel te nemen.

Erflater X was op 1 januari 2017 huurder van een sociale huurwoning. Rechtbank Midden-Nederland verklaart het bezwaar van X tegen de WOZ-beschikking van de woning niet-ontvankelijk omdat X geen belang heeft bij de WOZ-beschikking. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de enkele ontvangst van een WOZ-beschikking door X belang impliceert. Het hof verlaagt de WOZ-waarde.

De Hoge Raad oordeelt dat als een huurder van een sociale huurwoning beroep instelt tegen een WOZ-beschikking, de rechter moet onderzoeken of er aanleiding is de eigenaar/verhuurder uit te nodigen om aan het geding deel te nemen. In het algemeen kan er namelijk vanuit worden gegaan dat die partij belang heeft bij de WOZ-waarde. Het hof heeft de WOZ-waarde verlaagd zonder de verhuurder van de woning uit te nodigen. Waarom dat niet is gebeurd, is in de uitspraak niet gemotiveerd. Vanwege dit motiveringsgebrek casseert de Hoge Raad de hofuitspraak. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof ’s-Hertogenbosch voor de verdere behandeling en beslissing.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:26

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hoge Raad

Editie: 23 maart

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen