Hof Amsterdam oordeelt dat X terecht aansprakelijk is gesteld voor de LB-schulden van A bv. De ontvanger maakt aannemelijk dat een kennelijk onbehoorlijke taakvervulling door X heeft geleid tot het achterwege blijven van de betalingen van de LB-schulden.

Belanghebbende, X, houdt de aandelen in A bv. A bv houdt de aandelen in B bv. In B bv wordt het advocatenkantoor van X geëxploiteerd. A bv doet maandelijks aangifte loonheffing maar voldoet de verschuldigde belasting grotendeels niet. In verband daarmee legt de inspecteur LB-naheffingsaanslagen op aan A bv. B bv wordt failliet verklaard. De ontvanger stelt X aansprakelijk voor een bedrag van € 194.464 aan onbetaald gebleven LB-schulden van A bv.

Hof Amsterdam oordeelt dat X terecht aansprakelijk is gesteld voor de LB-schulden van A bv. De ontvanger maakt aannemelijk dat een kennelijk onbehoorlijke taakvervulling door X heeft geleid tot het achterwege blijven van de betaling van de LB-schulden. Het controlerapport biedt daartoe ruim voldoende aanknopingspunten. Er zijn verschillende bestuurshandelingen beschreven die voor de ontvanger dragend zijn voor de conclusie dat X kennelijk onbehoorlijk bestuur kan worden verweten. Een wezenlijk deel van deze handelingen is terecht gekwalificeerd als handelingen die geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden zou hebben verricht. Verder stelt het hof vast dat X heeft geweten dat zijn handelwijze tot gevolg zou hebben dat de belastingschulden van A bv onbetaald zouden blijven.

Lees ook het thema Bestuurdersaansprakelijkheid: de gevolgen van kennelijk onbehoorlijk bestuur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 36

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 20 mei

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen