Belanghebbende, X, is betrokken bij de inkoop en verkoop van drugsgerelateerde chemicaliën. Hij werkt daarbij onder andere samen met A en B. In 2018 wordt X strafrechtelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden voor strafbare voorbereidingshandelingen gericht op de productie van synthetische drugs. Naar aanleiding van het strafrechtelijk onderzoek legt de inspecteur een forse IB-aanslag 2015 op aan X. Omdat X geen inzage geeft in de wijze waarop de niet verantwoorde inkomsten verdeeld zijn, rekent de inspecteur de volledige inkoop, en dus ook de berekende opbrengst, toe aan X. X is het niet eens met de hoogte van de aanslag.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het onredelijk is om de gehele opbrengst van de inkoop en verkoop van drugsgerelateerde chemicaliën aan X toe te rekenen. A handelde namelijk ook voor zichzelf. De door A gedane inkopen zijn dan (deels) ten onrechte aan X toegerekend. De rechtbank volgt wel de schatting van de inspecteur. Ook de berekeningswijze van de inspecteur kan door de beugel. De rechtbank vermindert de IB-aanslag 2015.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 20 mei