De civiele kamer van Hof Amsterdam oordeelt dat X slechts de opdracht aan B heeft verstrekt om de jaarrekening samen te stellen en overige accountants- en fiscale diensten te verrichten. Er is geen opdracht verleend voor een allesomvattende fiscale dienstverlening met als doel fiscale optimalisatie.

Belanghebbende, X, is advocaat. Sinds 2000 oefent hij zijn werkzaamheden uit via zijn holding (A bv) en werkmaatschappij (B bv). De bv’s vormen sinds hun oprichting een f.e. Hierbij was BDO als adviseur betrokken. Sinds 2006 is de werkmaatschappij maat in de maatschap X, Y en Z. De diensten op fiscaal en financieel gebied ten aanzien van X en de bv’s worden sinds 2003 door accountantskantoor B uitgevoerd. Tussen X, Y en B vindt sinds 2006 regelmatig overleg plaats over het gebruikelijk loon. Ook wordt gecorrespondeerd over de voor- en nadelen van de f.e. X is van mening dat B tekort is geschoten in de advisering over het gebruikelijk loon en de f.e. en vordert een schadevergoeding.

De civiele kamer van Hof Amsterdam oordeelt dat X slechts de opdracht aan B heeft verstrekt om de jaarrekening samen te stellen en overige accountants- en fiscale diensten te verrichten. Er is geen opdracht verleend voor een allesomvattende fiscale dienstverlening met als doel fiscale optimalisatie. Met betrekking tot het gebruikelijk loon wijst het hof er op dat B er terecht vanuit is gegaan dat het voorkomen van discussie met de Belastingdienst primair als uitgangspunt moest worden genomen. De keuze voor de afroommethode, als uitgangspunt, was dan ook een veilige optie. Daarnaast is ook nooit geprotesteerd tegen de werkwijze van B. Verder hoefde B volgens het hof ook niet (spontaan) te adviseren dat de f.e. moest worden opgeheven. Dit gezien de beperkte omvang van de opdracht en het feit dat B niet betrokken was bij het opzetten van de f.e. Het hof wijst de vorderingen van X af.

Lees ook het thema Gebruikelijk loon.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 12a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting, Verbintenissenrecht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 20 mei

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen