Het Duitse A-Rosa Flussschiff GmbH organiseert cruises op diverse rivieren in Europa, en heeft een filiaal in Zwitserland, maar niet in Frankrijk. Twee cruiseschepen, waarop seizoenarbeiders uit andere lidstaten dan Frankrijk hotelwerkzaamheden verrichten, varen uitsluitend op Franse binnenwateren. Voor deze werknemers geeft het bevoegde Zwitserse orgaan E-101-verklaringen af. Tijdens een controle stelt het bevoegde Franse orgaan vast dat er sprake is van onregelmatigheden ten aanzien van de sociale verzekering. Aan A-Rosa wordt daarom een navordering van ruim € 2 mln in rekening gebracht, omdat voor de betrokken werknemers in Frankrijk geen sociale premies zijn afgedragen. De Franse rechter heeft een prejudiciële vraag in deze zaak gesteld.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat een door het bevoegde orgaan afgegeven E 101‑verklaring de socialezekerheidsorganen van de lidstaat waar het werk wordt verricht bindt. Tevens bindt deze verklaring de rechterlijke instanties van die lidstaat. Het Hof van Justitie EU merkt hier vervolgens nog bij op dat dit ook het geval is als zij vaststellen dat de voorwaarden waaronder de betrokken werknemer zijn activiteit uitoefent, kennelijk niet binnen de materiële werkingssfeer van art. 14 lid 2 sub a EG-verordening nr. 1408/71 vallen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Premieheffing
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 2 mei