Belanghebbende, de heer X, is fiscaal jurist. Hij is beherend vennoot in een cv en gerechtigd tot 80% van de winst daarvan. Zijn echtgenote is als commandite gerechtigd tot de rest. De cv houdt zich bezig met fiscale dienstverlening. Daarnaast is X enig bestuurder van een stichting die een fonds beheert. Als winst uit onderneming is door X in 2012 € 10.009 aangegeven. Volgens de inspecteur moet de omzet van X worden verhoogd met € 26.983 die X uit het fonds heeft opgenomen. X zou ook teveel reiskosten hebben geclaimd en ten onrechte de zelfstandigenaftrek hebben toegepast.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat geld bij de stichting is geleend. De onttrekkingen zijn dus terecht tot zijn omzet gerekend. X overlegt vergeefs een achteraf opgestelde leningovereenkomst, waarop in elk geval tot 2016 geen aflossing of rentebetaling heeft plaatsgevonden. Zonder km-administratie of enige ander onderbouwing is niet aannemelijk dat X 30.000 km zakelijk heeft gereden. Uitgaande van de gedeclareerde uren, zijn uurtarief en rekening houdend met veel indirecte uren, voldoet X niet aan het urencriterium van de zelfstandigenaftrek. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.8
Wet inkomstenbelasting 2001 3.6