Belastingplichtigen die het oneens zijn met de berekening van de vermogensrendementsheffing over het belastingjaar 2017 moeten altijd individueel en tijdig bezwaar maken. Dit geldt ook indien er een nieuwe aanwijzing massaal bezwaar wordt gegeven. Dit is anders dan onder de aanwijzing massaal bezwaar die ziet op de jaren tot en met 2016. Dit heeft de Staatssecretaris van Financiën aan de Tweede Kamer geschreven.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt, anders dan de rechtbank, dat de schatting door de inspecteur van een verzamelinkomen van € 100.000 aan niet verantwoord inkomen als redelijk kan worden beschouwd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv door haar beroep niet in een gunstigere positie kan komen dan dat zij zich al bevindt. Er is ook geen sprake van een ingediend schadevergoedingsverzoek. De vaststelling van een proceskostenveroordeling is voorts geen zelfstandig procesbelang.

De Staatssecretaris van Financiën heeft op grond van een WOB-verzoek enige stukken over btw-heffing bij particulieren met zonnepanelen gepubliceerd.

Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat X niet aannemelijk maakt dat de hulp die haar echtgenoot haar heeft verleend de tussen echtgenoten gebruikelijke hulp te boven ging. Geen aftrek voor uitgaven voor extra gezinshulp. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Hof Amsterdam oordeelt dat de handelwijze van de gemachtigde van X, die in bezwaar stelselmatig niet reageert op verzoeken van de heffingsambtenaar om bewijsstukken, niet kwalificeert als misbruik van recht.

Hof Amsterdam verklaart zowel het principale hoger beroep van X als het incidentele hoger beroep van de heffingsambtenaar gegrond voor zover het de ISV betreft.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar met het gebruik van Taxatiewijzers de WOZ-waarde van de onroerende zaak van X niet te hoog heeft vastgesteld. De heffingsambtenaar heeft het object terecht afgebakend als niet-woning. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar bij de waardering van het clubhuis met de waterskibaan terecht een coronakorting van 10% heeft gehanteerd. Wel heeft X alsnog recht op een immateriële schadevergoeding.