Twee besluiten over doorschuiving bij staking door overlijden en doorschuiving naar ondernemers zijn samengevoegd en geactualiseerd.
Nieuw zijn een goedkeuring over de overdracht aan een werknemer en een opname van criteria in verband met de beoordeling van de 36-maandseis bij onderbreking van de dienstbetrekking. Daarnaast is verder uitgeschreven wat de gevolgen zijn van het arrest van de Hoge Raad van 5 januari 2007, nr. 42683 (V-N 2007/6.13). Voor het overige is met dit besluit geen inhoudelijke wijziging beoogd.
Er wordt goedgekeurd dat een geruisloze doorschuiving kan plaatsvinden hoewel de onderneming van de overledene eerst tot de nalatenschap gaat behoren en niet-voortzettende erfgenamen deze leveren aan de voortzettende firmant of werknemer.
De besluiten van 12 april 2002 (V-N 2002/23.11) en 18 juli 2008 (V-N 2008/38.26) zijn ingetrokken. Het nieuwe besluit treedt in werking per 31 mei 2018 en wel met terugwerkende kracht tot en met 14 mei 2018.