Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur een dwangsom van € 1260 moet betalen. De inspecteur had uiterlijk op 24 mei 2017 uitspraak moeten doen, en heeft dat pas gedaan op 20 juli 2017, zodat hij de maximale dwangsom is verschuldigd.

X heeft in het verleden een hypothecaire geldlening afgesloten bij de gemeente Zeist. In een brief van 9 januari 2017 informeert de gemeente X over de wijze waarop het fiscale voordeel uit de lening wordt belast. X is het hier niet mee eens en maakt op 17 februari 2017 bezwaar. Nadat X op 7 april 2017 de gemeente in gebreke stelt, zendt de gemeente het bezwaarschrift door naar de inspecteur. Op 5 juni 2017 gaat X in beroep tegen het niet tijdig beslissen door de gemeente. De inspecteur verklaart het bezwaar van X vervolgens op 20 juli 2017 gegrond, waarop X in beroep gaat.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur een dwangsom van € 1260 moet betalen. De rechtbank overweegt daarbij dat de inspecteur een redelijke termijn na ontvangst van het bezwaarschrift moet worden gegund om uitspraak op het bezwaar te doen. De rechtbank stelt deze termijn vervolgens op zes weken. Nu hij het bezwaarschrift op 12 april 2017 had ontvangen, had hij uiterlijk op 24 mei 2017 uitspraak moeten doen. De inspecteur heeft echter pas op 20 juli 2017 uitspraak gedaan, zodat hij de maximale dwangsom is verschuldigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 1 juni

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen