Belanghebbende, X, verkoopt zijn auto om een openstaande belastingschuld van € 3287 te betalen. Na de verkoop van de auto en een betaling op de aanslag van € 3300 hoort X van de ontvanger dat er vanwege € 339 aan invorderingsrente nog een bedrag van € 326 openstaat. X maakt bezwaar tegen de invorderingsrente en vraagt daarbij uitdrukkelijk om een berekening van de hoogte van de invorderingsrente.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de ontvanger terecht en tot het juiste bedrag invorderingsrente in rekening heeft gebracht aan X. De ontvanger heeft echter ondanks het uitdrukkelijk verzoek van X nagelaten om uit te leggen hoe de invorderingsrente precies wordt berekend. De rechtbank heeft een controleberekening gemaakt aan de hand van de formule van art. 30 lid 2 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en die toegelicht aan X. De rechtbank ziet in de omissie aanleiding om de ontvanger te veroordelen in de proceskosten van X. Schending van de hoorplicht doet zich niet voor, omdat het bezwaar van X naar het oordeel van de rechtbank kennelijk ongegrond was.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Invordering
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 1 juni