Belanghebbende, X bv, is eigenaar van 47 winkelunits die deel uitmaken van een winkelcentrum. X bv heeft het winkelcentrum in 2014 van haar holding gekocht voor € 27.500.000. In het begin van dat jaar heeft de holding elf winkelcentra (waaronder het onderhavige winkelcentrum) gekocht voor in totaal € 176.000.000. In geschil is de WOZ-waarde 2015 van de winkelunits van X bv.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de eigen verkoopprijs niet bruikbaar is bij het bepalen van de WOZ-waarde van de winkelunits van X bv. De verkoopprijs van € 27.500.000 noch die van € 176.000.000 is bruikbaar bij het bepalen van de kapitalisatiefactor. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat X bv met betrekking tot die verkoopprijzen onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt wat de individuele verkoopprijzen van de winkelunits zijn. Bovendien zouden de door X bv op de verkoopprijzen toegepaste correcties voor de zogenoemde kraag en de aanvangsleegstand tot een dubbele aftrek leiden, nu het er voor moet worden gehouden dat daarmee bij het bepalen van de verkoopprijzen rekening is gehouden en dit dus reeds in de verkoopprijzen is verdisconteerd. Ook overigens heeft X bv niet inzichtelijk gemaakt hoe de verkoopprijs van € 176.000.000 kan worden herleid naar elk van de elf winkelcentra afzonderlijk. De rechtbank stelt de WOZ-waarden in goede justitie vast.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 1 juni