De Hoge Raad oordeelt dat uit het EU-vertrouwensbeginsel en het EU-rechtszekerheidsbeginsel niet volgt dat een overgangsregeling noodzakelijk was. X bv stelt vergeefs dat de afschaffing onvoorzienbaar was vanwege het tussen 2007 en 2009 door de overheid gevoerde energiebeleid en gedane toezeggingen.

X bv is een energiebedrijf dat voor de productie van elektriciteit beschikt over een kolencentrale. X bv is het er niet mee eens dat zij kolenbelasting moet betalen voor uit Zuid-Afrika geïmporteerde kolen. Zij stelt dat de afschaffing van de vrijstelling kolenbelasting per 1 januari 2013 in strijd is met het EU-recht. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is de afschaffing van de vrijstelling niet in strijd is met de Richtlijn 2003/96/EG. Naast budgettaire overwegingen heeft de wetgever er namelijk ook algemene milieubeleidsoverwegingen ten grondslag gelegd. X bv gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat uit het EU-vertrouwensbeginsel en het EU-rechtszekerheidsbeginsel niet volgt dat een overgangsregeling noodzakelijk was. X bv stelt vergeefs dat de afschaffing van de vrijstelling onvoorzienbaar was vanwege het tussen 2007 en 2009 door de overheid gevoerde energiebeleid en gedane toezeggingen. De heffing van kolenbelasting is namelijk niet met terugwerkende kracht ingevoerd en valt binnen de bevoegdheid van de nationale wetgever. Van een toezegging door de toenmalige bewindslieden omtrent de periode waarvoor de vrijstelling (minimaal) zou gelden, is niet gebleken. Uit de stukken van het geding blijkt evenmin dat X bv zich onvoldoende heeft kunnen voorbereiden op de afschaffing van de vrijstelling of dat die afschaffing X bv heeft gedwongen tot aanzienlijke aanpassingen. Het beroep van X bv is ook voor het overige ongegrond. Aan de afschaffing van de vrijstelling hebben namelijk mede milieubeleidsoverwegingen ten grondslag gelegen. Het maakt niet uit dat er geen betrouwbare kwantificering van de milieueffecten was, en evenmin dat de wetgever geen sterke afname van het gebruik van kolen voor energieopwekking verwachtte. Aangezien kolen het milieu aanzienlijk meer belasten dan andere brandstoffen die worden gebruikt voor de productie van elektriciteit, is de afschaffing voorts niet disproportioneel. Het onderscheid dat bij de heffing van kolenbelasting wordt gemaakt tussen uit Zuid-Afrika afkomstige kolen en in Nederland geproduceerd aardgas is objectief gerechtvaardigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet belastingen op milieugrondslag 44

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Milieuheffingen

Instantie: Hoge Raad

Editie: 11 juni

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen