Hof ’s-Hertogenbosch overweegt dat X als gevolg van het door hem verstrekte woongenot aan Y geen hoger bedrag als alimentatie in aftrek kan brengen dan het op het verstrekte woongenot toepasselijke huurwaardeforfait.

X en zijn echtgenote Y gaan uit elkaar, sluiten een echtscheidingsconvenant en ondertekenen een vaststellingsovereenkomst, op grond waarvan X € 750 aan partneralimentatie per maand aan Y is verschuldigd. Verder kent X aan Y een recht van bewoning toe van een woning die nooit voor X en Y een eigen woning is geweest. Als X in de aangifte IB 2013 aanvullende partneralimentatie claimt voor de huurwaarde van de woning (€ 9.000) corrigeert de inspecteur de aftrek. Volgens de inspecteur is X beperkt gerechtigde tot de woning en is het woongenot gelijk aan het huurwaardeforfait (€ 1.164). De rechtbank stelt de inspecteur in het gelijk.

Hof ’s-Hertogenbosch overweegt dat X volledig eigenaar is van de woning maar dat hij, als gevolg van het door hem verstrekte woongenot en de geest van de wet, is aan te merken als een beperkt gerechtigde tot de woning. Het verstrekte woongenot kwalificeert als een periodieke verstrekking en is door de rechtbank terecht gewaardeerd op het huurwaardeforfait. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.3

Wet inkomstenbelasting 2001 3.112

Wet inkomstenbelasting 2001 3.101

Burgerlijk Wetboek Boek 3 3:226

Burgerlijk Wetboek Boek 3 3:8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 15 februari

28

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen