Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de in 2008 verstrekte lening en de in 2009 verstrekte aanvullende lening onzakelijk zijn. X bv mag wel de rekening-courant afwaarderen ten laste van de winst.

D bv houdt de aandelen in belanghebbende, X bv en (voor 90%) de aandelen in E bv. In 2008 verstrekt X bv een lening aan haar zustervennootschap. Tevens bestaat een rekeningcourantverhouding tussen X bv en E bv. E bv wordt medio 2011 failliet verklaard. X bv waardeert in haar VPB-aangifte 2010 af op de lening en de vordering in rekening-courant. De inspecteur accepteert de afwaarderingen niet, omdat er volgens hem sprake is van onzakelijkheid. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat de lening vanaf het moment van aangaan van de lening als onzakelijk moet worden aangemerkt. Dit geldt volgens de rechtbank ook voor de vordering in rekening-courant. De rechtbank acht hierbij van belang dat er sprake is van een laag rentepercentage en dat zekerheden ontbreken. Voor de vordering in rekening-courant geldt verder nog dat er in het geheel geen leningsovereenkomst is. De rechtbank wijst er hierbij op dat, gelet op de vermogenspositie van E bv, de zekerheid voor de terugbetaling niet alleen in formele zin ontbreekt, maar dat ook in materiële zin die zekerheid niet is geborgd. Het gelijk is aan de inspecteur.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de in 2008 verstrekte lening van € 297.000 onzakelijk is. Dit geldt volgens het hof ook voor de aanvullende lening uit 2009 van € 60.000. Het hof overweegt daarbij dat X bv de relatief hoge lopende uitgaven van E bv geheel zelfstandig heeft gefinancierd, zonder zekerheden te eisen, waar dat wel mogelijk was. X bv mag volgens het hof wel de rekening-courant van € 45.867 in 2010 afwaarderen ten laste van de winst. Volgens het hof is deze rekening-courant namelijk ontstaan door facturatie in verband met de kosten van personeel dat E bv inleende van X bv, en kan een factuur voor het inlenen van personeel niet op voorhand als onzakelijk worden bestempeld.

Lees ook de thema's De onzakelijke lening en Eigen vermogen versus vreemd vermogen in de vennootschapsbelasting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 18 februari

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen