Belanghebbende, X bv, verhuurt een groot aantal gemeubileerde stacaravans langdurig aan arbeidsmigranten. In geschil is of X bv terecht is aangeslagen in de toeristenbelasting voor het verblijf van arbeidsmigranten die zich niet hebben laten inschrijven in de gemeentelijke basisregistratie personen (BRP). X bv stelt dat B&W verplicht was de arbeidsmigranten ambtshalve in te schrijven, in welk geval geen toeristenbelasting verschuldigd zou zijn. De heffingsambtenaar heeft B&W ten onrechte niet geïnformeerd over het feit dat de arbeidsmigranten hun hoofdverblijf in de gemeente hebben.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar niet verplicht is om informatie over arbeidsmigranten door te geven aan B&W om deze personen ambtshalve in te schrijven in de BRP. De heffingsambtenaar ontvangt de informatie van X bv over het verblijf van de arbeidsmigranten pas aan het einde van het kalenderjaar. Los van de vraag of de heffingsambtenaar verplicht is dit te delen met B&W, kan deze informatie er sowieso niet toe leiden dat een huurder met terugwerkende kracht wordt ingeschreven in de BRP (art. 2.19 lid 4 Wet basisregistratie personen). Het hof ziet geen reden om het nalaten van ambtshalve inschrijving van de huurders in de BRP door B&W toe te rekenen aan de heffingsambtenaar. De aanslag toeristenbelasting is terecht opgelegd.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 30 augustus