Hof Amsterdam oordeelt in navolging van Rechtbank Alkmaar dat de gemeente Enkhuizen de WOZ-waarde van de woning van X niet op een te hoog bedrag heeft vastgesteld.

Belanghebbende, X, koopt op 19 april 2006 een appartementsrecht voor een bedrag van € 495.000 (vrij op naam). X verschilt met de gemeente Enkhuizen van mening over de hoogte van de WOZ-waarde 2009 (waardepeildatum 1 januari 2008). De gemeente verdedigt een waarde van € 448.000, X bepleit een waarde van € 318.120.

Hof Amsterdam oordeelt in navolging van Rechtbank Alkmaar dat de gemeente Enkhuizen de WOZ-waarde van de woning van X niet op een te hoog bedrag heeft vastgesteld. Het hof stemt in met de overweging van de rechtbank dat de eigen aankoopprijs (gerealiseerd ruim anderhalf jaar voor de peildatum) een zeer sterke aanwijzing is dat de WOZ-waarde niet te hoog is. De door X gestelde waardedrukkende elementen zijn volgens het hof verdisconteerd in deze aankoopprijs. De berekening van X, die uitsluitend gebaseerd is op kubieke meterprijzen, heeft de rechtbank terecht terzijde geschoven. Op basis van het enkele feit dat de WOZ-waarde van een andere woning in bezwaar fors is verlaagd (ten onrechte volgens de heffingsambtenaar) kan niet worden aangenomen dat de gemeente het gelijkheidsbeginsel heeft geschonden. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond en bevestigt de beslissing van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Amsterdam

2

Gerelateerde artikelen