De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Lodders over premiepercentages bij een pensioenrichtleeftijd lager dan 67 jaar.

Brief Staatssecretaris van Financiën, 24 februari 2015, nr. DB/2015/55 U1  

De percentages die voor de opbouw van het pensioen op grond van het Witteveenkader ten hoogste in aanmerking mogen worden genomen zijn gekoppeld aan de pensioenrichtleeftijd van 67 jaar. In een pensioenregeling mag een eerdere pensioendatum worden opgenomen maar de maxima moeten dan wel herrekend worden ten opzichte van de wettelijke pensioenrichtleeftijd. Dit heeft tot gevolg dat pensioenregelingen die het pensioen laten ingaan op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer 67 jaar wordt, in combinatie met het aan de 67e verjaardag als pensioeningangsdatum gekoppelde maximumopbouwpercentage van 1,875 (middelloon) of 1,657 (eindloon), moeten worden aangepast. Om redenen van eenvoud en doelmatigheid acht de Staatssecretaris van Financiën het echter tijdelijk aanvaardbaar dat er geen actuariële herrekening plaatsvindt bij pensioenregelingen die ingaan op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer 67 jaar wordt. Hij keurt dat goed voor een periode van twee jaar. De goedkeuring is van tijdelijke aard om partijen in de gelegenheid te stellen de pensioenregeling en de systemen en de administratie van pensioenuitvoerders aan te passen.

Dit antwoordt de Staatssecretaris van Financiën op vragen van het Tweede Kamerlid Lodders over premiepercentages bij een pensioenrichtleeftijd lager dan 67 jaar.  

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Belastingrecht algemeen

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 27 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen