Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de auto’s met kilometerstanden variërend van 4 tot 134 volgens het toetsingskader van de Hoge Raad als nieuw moeten worden aangemerkt.

X bv voldoet in verband met de registratie van dertien uit andere EU-staten afkomstige personenauto's € 45.934 aan BPM op aangifte. Bij schouwing door de RDW hebben de auto’s km-standen variërend van 4 tot 134. In de aangiften neemt X bv het standpunt in dat de auto’s gebruikt zijn en dat het BPM-tarief van 2013 moet worden toegepast. In geschil is de naheffingsaanslag van € 13.375 naar het tarief van 2014. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is bij vergelijkbare nieuwe auto’s van merk D in 2014 het lagere BPM-tarief van 2013 toegepast. Het betreft auto’s met een datum van eerste toelating uit 2014 en waarbij de tenaamstelling ook in 2014 heeft plaatsgevonden. Heffing naar het hogere tarief van 2014 is dus een ongeoorloofde schending van het EU-recht. De naheffing ter zake van drie auto's van merk D wordt daarom verminderd. Partijen gaan in hoger beroep. In geschil is uitsluitend nog of de auto’s nieuw of gebruikt zijn.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de auto’s volgens het toetsingskader van de Hoge Raad (27 januari 2017, nrs. 16/02949 en 16/03401, nrs. 16/02949 en 16/03401, V-N 2017/7.20 en V-N 2017/7.21) als nieuw moeten worden aangemerkt. X bv stelt vergeefs het niet eens te zijn met deze arresten. Er is namelijk geen reden om prejudiciële vragen aan het HvJ EU te stellen of af te wijken van de arresten. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 110

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 2 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen