Rechtbank Gelderland oordeelt dat de heffingsambtenaar de door hem voorgestane waarden voldoende heeft onderbouwd.

Belanghebbende, X, is eigenaar van twee woningen en een garagebox. In geschil zijn de WOZ-waarden van de objecten per waardepeildatum 1 januari 2019.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de heffingsambtenaar de door hem voorgestane waarden voldoende heeft onderbouwd. Ter onderbouwing van de vastgestelde waarden heeft de heffingsambtenaar drie taxatierapporten overgelegd. Hieruit blijkt op welke wijze er rekening is gehouden met de verschillen in objectkenmerken, ligging en staat van onderhoud tussen de objecten van X en de vergelijkingsobjecten. X slaagt er echter niet in om de hem voorgestane waarden te onderbouwen. De rechtbank verwerpt de stelling van X dat bij uitspraak op bezwaar het motiveringbeginsel en zorgvuldigheidsbeginsel is geschonden. Vanwege kostentechnische redenen is het gebruikelijk dat in de beroepsfase een taxatierapport wordt opgemaakt. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:34

Wet waardering onroerende zaken 18

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 15 januari

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen