De inkomsten die de Deen Petersen geniet zijn volgens het HvJ EU door Duitsland ten onrechte met IB belast. De inkomsten worden slechts belast omdat Petersen voor een Deense werkgever werkt, terwijl ze vrijgesteld zouden zijn geweest als hij voor een Duitse werkgever had gewerkt.

De Deen Peter Petersen woont al jarenlang met zijn vrouw en dochter in Duitsland. Hij is in dienst van een Deense vennootschap (Hoffmann A/S), en verricht in 2003 ontwikkelingswerkzaamheden in Benin. De inkomsten zijn niet onderworpen aan de Deense IB-heffing. De Duitse fiscus belast de inkomsten wel met Duitse IB. Petersen beroept zich er echter op dat er een vrijstelling geldt voor vergelijkbare inkomsten als er sprake is van een dienstbetrekking met een in Duitsland gevestigde werkgever. De Duitse rechter heeft een prejudiciële vraag in deze zaak gesteld.

Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat Duitsland de inkomsten uit ontwikkelingswerk vrijstelt als er sprake is van een dienstbetrekking met een Duitse werkgever, maar met IB belast als er sprake is van een Deense werkgever. Volgens het HvJ EU vormt de Duitse regeling een verboden belemmering van het vrije verkeer van werknemers.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 45

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 13 maart

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen