Hof Den Haag oordeelt dat de gemeente geen precariobelasting mag heffen nu zij een gedoogplicht heeft ten aanzien van de mantelbuizen die X bv als aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk in de grond heeft.

X bv is een erkende aanbieder in de zin van de Telecommunicatiewet van een openbaar telecommunicatienetwerk of omroepnetwerk. X bv is eigenaar van lege HDPE buizen (hierna: mantelbuizen) gelegen in de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond van de gemeente Rijswijk. In geschil is of de gemeente X bv hiervoor terecht aanslagen precariobelasting heeft opgelegd.

Hof Den Haag oordeelt dat de gemeente geen precariobelasting mag heffen nu zij een gedoogplicht heeft ten aanzien van de mantelbuizen die X bv als aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk in de grond heeft. Er is geen reden de mantelbuizen niet te rekenen tot de (beschermingswerken van de) kabels als bedoeld in de Telecommunicatiewet, aldus het hof. Onder die omstandigheden is, gelet op de in art. 5.1 Telecommunicatiewet neergelegde gedoogverplichting van kabels en beschermingswerken, voor heffing van precariobelasting geen plaats. Bovendien kan X bv aan het instemmingsbesluit van 19 november 2002 het door haar gestelde in rechte te beschermen vertrouwen ontlenen, aangezien de tekst van het instemmingsbesluit duidelijk de heffing van precariobelasting afhankelijk stelt van het niet voldoen aan de verplichting om uiterlijk een jaar na de datum van de afgifte van het besluit kabels "in de buizen te blazen". Het gelijk is aan X bv.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 13 maart

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen