Hof Amsterdam oordeelt dat de rechtbank niet zonder toestemming van X het onderzoek ter zitting achterwege had mogen laten. Bij haar beslissing over het verzoek tot ontslag van instantie heeft de rechtbank verder niet de vereiste belangenafweging gemaakt. Volgt terugwijzing.

De Belastingdienst legt aan belanghebbende, X, een naheffingsaanslag omzetbelasting met boete op. Nadat het beroepschrift is ingediend bij Rechtbank Haarlem, wordt X failliet verklaard. De curator wil de procedure niet overnemen. De inspecteur verzoekt om ontslag van instantie. Rechtbank Haarlem verklaart het beroep van X zonder mondelinge behandeling niet-ontvankelijk.

Hof Amsterdam oordeelt dat de rechtbank niet zonder toestemming van X het onderzoek ter zitting achterwege had mogen laten. Uit de rechtbankuitspraak en hetgeen X naar voren heeft gebracht blijkt dat alleen de inspecteur toestemming heeft gegeven voor een uitspraak zonder zitting. Het faillissement van X verandert niets aan het voorgaande aangezien – nu er een boete in het geding is – X ondanks het faillissement partij bleef. Ook zonder boete, had een zitting overigens niet achterwege mogen blijven nu X heeft aangeven de procedure te willen voortzetten. Het hof oordeelt vervolgens dat de rechtbank bij haar beslissing over het verzoek tot ontslag van instantie het belang van X bij een beslissing over de naheffingsaanslag had moeten afwegen tegen het belang van de inspecteur bij beëindiging van de procedure. Het hof ziet geen reden waarom deze belangenafweging in het nadeel van X zou uitvallen. De niet-ontvankelijkverklaring van de rechtbank kan geen stand houden. Op grond van het voorgaande besluit het hof de rechtbankuitspraak te vernietigen en de zaak terug te verwijzen naar de rechtbank .

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:57

Algemene wet bestuursrecht 8:56

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 13 maart

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen