Hof Den Haag oordeelt dat X zich niet kan onttrekken aan naheffingsaanslagen parkeerbelasting met het argument dat hij recht had op een parkeervergunning waarmee hij zonder betaling van parkeerbelasting voor de parkeeracties had kunnen parkeren. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
X is het niet eens met naheffingsaanslagen parkeerbelasting die aan hem zijn opgelegd. X stelt dat hij recht had op een bewonersvergunning om te parkeren.
Hof Den Haag (V-N Vandaag 2021/2423) oordeelt dat X zich niet kan onttrekken aan naheffingsaanslagen parkeerbelasting met het argument dat hij recht had op een parkeervergunning waarmee hij zonder betaling van parkeerbelasting voor de parkeeracties had kunnen parkeren. Het hof acht zich als belastingrechter niet bevoegd om uitspraak te doen over de vraag of X (ondanks zijn keuze om zich niet in de gemeente in te schrijven) toch recht had op een bewonersvergunning. Hetzelfde geldt voor het verzoek van X aan de gemeente om aan de inmiddels wel verstrekte parkeervergunning terugwerkende kracht te verlenen. Het hof oordeelt dat de naheffingsaanslagen terecht aan X zijn opgelegd. De heffingsambtenaar heeft de bezwaren tegen een aantal naheffingen terecht niet-ontvankelijk verklaard.
X gaat in cassatie, maar betaalt het griffierecht niet. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 8 april