Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de hogere forensenbelasting na de gemeentelijke herindeling niet leidt tot onredelijke en willekeurige belastingheffing.

Belanghebbende, X, en zijn echtgenote zijn eigenaar van een gemeubileerde recreatiewoning in de gemeente Súdwest-Fryslân. Deze gemeente is in 2011 ontstaan uit de samenvoeging van vijf gemeenten. In verband met deze herindeling zijn de belastingverordeningen van de voormalige gemeenten geharmoniseerd. Voor de forensenbelasting is gekozen om te gaan heffen naar de WOZ-waarde van de gemeubileerde woning. In het geval van X leiden de nieuwe heffingsgrondslag in combinatie met de nieuwe tarieven tot een forse verhoging van de aanslag forensenbelasting. In geschil is of dit laatste is toegestaan. Dat X belastingplichtig is voor de forensenbelasting, is niet in geschil.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de hogere forensenbelasting na de gemeentelijke herindeling niet leidt tot onredelijke en willekeurige belastingheffing. Het hof overweegt dat gemeenten een grote mate van autonomie hebben bij het vaststellen van de verordening. Een heffing van forensenbelasting naar de WOZ-waarde is niet een door de wet verboden heffing naar vermogen. Dat de forensenbelasting door de gewijzigde heffingsmaatstaf aanzienlijk is verhoogd en dat niet is gekozen voor geleidelijke invoering, maakt dit niet anders. Van schending van het gelijkheidsbeginsel is evenmin sprake, noch als beginsel van behoorlijk bestuur, noch als beginsel van behoorlijke wetgeving.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 223

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 1 juli

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen