X is in 2014 werkzaam in het internationaal vervoer over de Europese binnenwateren. Tot 31 augustus voor een Luxemburgse werkgever en vanaf 15 september voor een Liechtensteinse werkgever. Naar aanleiding van het verzoek van X om de Luxemburgse wetgeving op hem van toepassing te verklaren, geeft de Svb een A1‑verklaring af waarin voor de periode 1 december 2011 - 31 augustus 2014 de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing wordt verklaard. X verzoekt in zijn IB-aangifte 2014 om vrijstelling van premieheffing voor het gehele jaar. Op grond van de door Liechtenstein afgegeven A1-verklaring verleent de inspecteur alleen vrijstelling van premieheffing voor de periode 15 september 2014 - 31 december 2014. X gaat in beroep.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur bevoegd is om de premieplicht vast te stellen. Daaraan doet niet af dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dan wel de Svb voor Nederland als de bevoegde autoriteiten zijn aangewezen voor het vaststellen van de toepasselijke socialezekerheidswetgeving voor individuele gevallen. Verder stelt de rechtbank nog vast dat de belastingrechter is gebonden aan de afgegeven A1-verklaring en dat de Svb en de socialezekerheidsrechter met het EU-recht onverenigbare dubbele heffingen van socialeverzekeringspremies moeten voorkomen of herstellen. De rechtbank wijst het verzoek om verrekening van de Luxemburgse socialeverzekeringspremies af.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Premieheffing, Sociale zekerheid algemeen, Internationale sociale zekerheid
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 26 februari