Het Gerecht oordeelt dat de Belgische vrijstelling voor de overwinst van Belgische ondernemingen die deel uitmaken van een multinationale groep van ondernemingen staatssteun oplevert. De Commissie toont aan dat bij deze regeling aan de begunstigden daarvan belastingvoordelen worden toegekend.

België past sinds 2005 een vrijstelling toe voor de overwinst van Belgische ondernemingen die deel uitmaken van een multinationale groep van ondernemingen. Soudal NV en enkele andere in België gevestigde vennootschappen die deel uitmaken van multinationale groepen van ondernemingen maken gebruik van deze regeling. In een besluit van 11 januari 2016 stelt de Europese Commissie vast dat deze regeling staatssteun voor de begunstigden ervan vormt. In het besluit draagt de EC België op om de verleende steun terug te vorderen van de ontvangers. Soudal NV is het hier niet mee eens en verzoekt het Gerecht om nietigverklaring van het besluit.

Het Gerecht oordeelt dat de Belgische vrijstelling voor de overwinst van Belgische ondernemingen die deel uitmaken van een multinationale groep van ondernemingen staatssteun oplevert. De Commissie toont aan dat bij deze regeling aan de begunstigden daarvan belastingvoordelen worden toegekend. Volgens het Gerecht heeft de Commissie zich terecht op het standpunt gesteld dat de vrijstelling van overwinst geen deel uitmaakt van de referentieregeling. Verder doet de stelling dat het rechtszekerheidsbeginsel is geschonden door de Commissie niet ter zake, aangezien de Commissie terecht heeft geconcludeerd dat de regeling de begunstigden ervan een selectief voordeel in de zin van art. 107 VWEU verleent.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 107

Rubriek: Europees belastingrecht, Internationaal belastingrecht

Editie: 25 september

Informatiesoort: VN Vandaag

Instantie: Gerecht van de Europese Unie

41

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen