X woont in Nederland en ontvangt in 2017, 2018 en 2019 pensioenen uit Duitsland. Deze pensioenen zijn bruto op jaarbasis in totaal niet hoger dan € 15.000, zodat het heffingsrecht hierover op grond van het belastingverdrag met Duitsland steeds aan de woonstaat toekomt. Volgens X is dit een ongeoorloofde verslechtering ten opzichte van het vorige verdrag.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat er geen regel is die verbiedt dat de rechtspositie van iemand door een nieuw belastingverdrag niet slechter mag worden. De inspecteur heeft ook niet de vrijheid om naar behoeven van de heffing af te zien. De pensioenen zijn terecht in de Nederlandse heffing betrokken. Mocht sprake zijn van dubbele heffing, dan moet Duitsland aftrek ter voorkoming van dubbele belasting verlenen.
Wetsartikelen:
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Internationaal belastingrecht, Inkomstenbelasting
Editie: 25 september
Informatiesoort: VN Vandaag