De Hoge Raad oordeelt dat het onbegrijpelijk is dat de btw-correctie ter zake van de cashbacks niet in de berekening van het hof voorkomt. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Amsterdam.

X verkoopt mobiele telefoons en bemiddelt bij het afsluiten van telefoonabonnementen. Na een boekenonderzoek legt de inspecteur IB-navorderingsaanslagen en een OB-naheffingsaanslag op aan X in verband met cashbacks. Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur de boekhouding van X terecht heeft verworpen en de bewijslast terecht heeft omgekeerd. Volgens het hof heeft de inspecteur echter geen redelijke schatting van het inkomen en de omzet van X gemaakt. Het hof maakt vervolgens zelf een berekening van de verschuldigde btw. In cassatie stelt de staatssecretaris dat het hof ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de btw-correctie ter zake van de cashbacks.

De Hoge Raad oordeelt dat het onbegrijpelijk is dat de btw-correctie ter zake van de cashbacks niet in de berekening van het hof voorkomt. Volgens de Hoge Raad heeft het hof onvoldoende gemotiveerd waarom deze correctie moet vervallen. De Hoge Raad verwijst de zaak vervolgens naar Hof Amsterdam. Dit verwijzingshof moet volgens de Hoge Raad, gezien het Ibero Tours-arrest van het HvJ EU van 16 januari 2014, C-300/12, V-N 2014/9.15, ook onderzoeken of X de btw ter zake van de cashbacks terecht in mindering heeft gebracht op de vergoeding.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 16 juni

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen