Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in een verzetsprocedure dat het eerdere hoger beroep terecht niet-ontvankelijk is verklaard omdat het griffierecht niet betaald is en belanghebbende niet slaagt in een beroep op betalingsonmacht. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
X komt in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van Rechtbank Gelderland. Omdat X het griffierecht niet betaalt en een beroep op betalingsonmacht wordt afgewezen doet het hof de zaak vereenvoudigd af. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. X komt daartegen in verzet bij het hof.
Aan de hand van de richtlijnen uit de jurisprudentie van de Hoge Raad en de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State beoordeelt Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2021/24.1.8) de betalingsonmacht van X. Omdat het inkomen en vermogen van X in de toetsingsperiode hoger is dan de geldende normen wordt het beroep op betalingsonmacht afgewezen. Verzet ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:108
Algemene wet bestuursrecht 8:54
Algemene wet bestuursrecht 8:41
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 16 november