Rechtbank Zeeland-West-Brabant bepaalt dat X onvoldoende aannemelijk maakt dat Duitsland geen rekening houdt met zijn persoonlijke en gezinsomstandigheden.

X is samen met zijn echtgenote gedurende 2015 woonachtig in Duitsland en ontvangt vanuit Nederland een AOW-uitkering en een pensioenuitkering van zijn voormalig werkgever. Slechts 18% van de pensioenuitkering wordt in Duitsland in de heffing betrokken. Derhalve wordt geen rekening gehouden met zijn persoonlijke en gezinsomstandigheden en kan X zijn hypotheekrente en zorgkosten in Duitsland niet volledig in mindering brengen op zijn inkomen. De inspecteur heeft de aftrek van deze kosten geweigerd bij het opleggen van de aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2015. X doet een beroep op de Schumacker-doctrine en stelt dat Nederland bij het vaststellen van het inkomen rekening dient te houden met zijn persoonlijke en gezinsomstandigheden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant bepaalt dat X onvoldoende aannemelijk maakt dat Duitsland geen rekening houdt met zijn persoonlijke en gezinsomstandigheden. Nederland hoeft daardoor bij het opleggen van de aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2015 geen rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 7.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 24 mei

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen