Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er gerede twijfel bestaat over de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de gemachtigde, zodat het hoger beroep van X niet-ontvankelijk is. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

X voldoet BPM op aangifte en gaat vervolgens vergeefs in bewaar en beroep. Volgens Rechtbank Gelderland is het beroep niet-ontvankelijk. X gaat in hoger beroep en zijn gemachtigde overlegt hiertoe een machtiging. De inspecteur doet telefonische navraag bij X en stelt, na nader onderzoek, dat de handtekening van X niet overeenkomt met de handtekening op zijn ID-bewijs en zijn woonadres niet klopt.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2021/46.1.3) oordeelt dat er gerede twijfel bestaat over de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de gemachtigde, zodat het beroep van X niet-ontvankelijk is. De gemachtigde heeft nagelaten om de twijfel te ontzenuwen. De omstandigheid dat van een advocaat geen machtiging wordt gevraagd, is geen reden om de procesvertegenwoordigingsbevoegdheid bij iedere rechtsbijstandverlener aan te nemen (vgl. HR 30 januari 2015, 14/03520, V-N 2015/10.8). X gaat in cassatie, maar betaalt het griffierecht niet. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:6

Algemene wet bestuursrecht 6:5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 22 december

12

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen