Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de vraag of een beroepschrift gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit onredelijk laat is ingediend afhankelijk is van de omstandigheden. De heer X heeft niet zo lang stilgezeten dat één ieder er op mocht vertrouwen dat hij van beroep zou afzien.

Aan de heer X zijn diverse IB-aanslagen opgelegd wegens vermeend bezit van buitenlandse bankrekening(en). De bezwaren hiertegen zijn ingediend in 2004 tot en met 2010. In 2013 stelt X beroep in tegen het niet tijdig nemen van besluiten naar aanleiding van de bezwaren. Rechtbank Noord-Holland oordeelt aanvankelijk dat de beroepen onredelijk laat zijn ingediend en verklaart deze zonder zitting niet-ontvankelijk. X gaat in verzet. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de vraag of een beroepschrift gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit onredelijk laat is ingediend afhankelijk is van de omstandigheden. Er moet onder meer acht worden geslagen op de uitleg die de indiener van het beroep omtrent de oorzaak van de late indiening geeft (zie HR 29 november 2013, nr. 13/000281, V-N 2013/60.6). Het verzet is dus gegrond, zodat de zaak alsnog inhoudelijk behandeld moet worden. X heeft in casu niet zo lang stilgezeten dat één ieder er op mocht vertrouwen dat hij van beroep zou afzien en X heeft de inspecteur eerst tijdig in gebreke gesteld. Het maakt niet uit dat de voorzieningenprocedure met betrekking tot de onderhavige jaren ook nog steeds loopt. Voorts is het algemeen bekend dat de Belastingdienst soortgelijk zaken zelf ook soms lang aanhoudt. De beroepen zijn gegrond en de inspecteur moet binnen twee weken alsnog uitspraken op bezwaar doen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:12

Algemene wet bestuursrecht 4:15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 7 april

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen