De Staatssecretaris van Financiën heeft het Besluit Beroep in Belastingzaken (V-N 2017/24.4) geactualiseerd.

Onderdeel hiervan is de vereenvoudiging van de wijze waarop de rechter de procesmachtiging van de inspecteur kan nagaan. Het volmachtregister is vervangen door de procedure dat de inspecteur de rechtbank of het gerechtshof desgevraagd een afschrift van zijn machtiging verstrekt. Daarnaast is er een regeling voor het uitzonderlijke geval dat de inspecteur een wrakingsverzoek nodig vindt.

In de paragrafen over griffierecht (6.3.1) en proceskosten (6.3.2) is verduidelijkt dat wettelijke rente wordt vergoed in alle gevallen waarin de vergoeding van griffierecht of proceskosten niet binnen vier weken is uitbetaald (cf. cf. HR 21 december 2018, 17/04504, BNB 2019/49). Voor de vergoeding van immateriële schade was dit al het geval. Als door de inspecteur hoger beroep of door de staatssecretaris cassatieberoep is ingesteld kan de inspecteur, alvorens tot vergoeding of verrekening over te gaan, de uitkomst van die procedure afwachten. Om het belopen van wettelijke rente te voorkomen, is benadrukt dat dit geen verplichting is.

Voorts zijn diverse actualisaties doorgevoerd en redactionele aanpassingen gedaan. Het gaat dan bijvoorbeeld om de verwerking van de nieuwe topstructuur van de Belastingdienst.

Het nieuwe besluit treedt in werking op 7 april 2021.

Het Besluit Beroep in Belastingzaken bevat procedurevoorschriften voor de Belastingdienst, voor het beroep, hoger beroep en beroep in (sprong)cassatie. Het heeft betrekking op belastingzaken, inclusief premieheffing volksverzekeringen en werknemersverzekeringen, maar geldt dus niet voor toeslagen.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 7 april

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen