Rechtbank Haarlem oordeelt dat de prijs die de meest biedende gegadigde bereid is voor de grond te betalen de maatstaf van heffing is.

Belanghebbende (X bv) sluit eind 2001 koopovereenkomsten met betrekking tot verschillende percelen grond in het buitengebied van de gemeenten C en D. Op 28 februari 2003 worden de percelen grond aan belanghebbende geleverd. Bij de aangiften overdrachtsbelasting wordt aangesloten bij de overeengekomen koopsommen. De inspecteur is echter van mening dat moet worden aangesloten bij de waarde in het economische verkeer ten tijde van de juridische levering en legt naheffingsaanslagen overdrachtsbelasting met boetes op. 

Rechtbank Haarlem oordeelt dat de prijs die de meest biedende gegadigde bereid is voor de grond te betalen de maatstaf van heffing is. De rechtbank verwerpt hiermee de stelling van belanghebbende dat rekening moet worden gehouden met de bestemming van de grond. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat de grondprijzen in het buitengebied van de gemeenten C en D in de periode 2001-2003 een stijgende lijn vertonen. De door de inspecteur gehanteerde prijs van € 47 per m² acht de rechtbank echter te hoog. De rechtbank verlaagt dan ook de naheffingsaanslagen, uitgaande van een prijs van € 44 per m², en vernietigt de boetes.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Rechtbank Haarlem

2

Gerelateerde artikelen