X maakt bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting van de gemeente Maastricht. X wil een telefonische hoorzitting, maar de gemeente wenst daar niet aan mee te werken. De heffingsambtenaar nodigt X uit voor een fysieke hoorzitting, maar daar verschijnt X niet. In geschil is of de gemeente daarna uitspraak mocht doen zonder X te horen.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat bestuursorganen niet categorisch mogen weigeren bezwaarmakers telefonisch te horen. Bestuursorganen moeten gehoor geven aan een uitdrukkelijke en met redenen omklede wens van een bezwaarmaker om telefonisch te worden gehoord. Dit tenzij zwaarder wegende belangen aan de zijde van het bestuursorgaan zich daartegen verzetten. In een zodanig geval zal het bestuursorgaan altijd een belangenafweging moeten maken en kan zij telefonisch horen niet categorisch weigeren. Dat is in dit geval wel gebeurd, terwijl X heeft gemotiveerd waarom hij telefonisch gehoord wenst te worden. Met de categorische weigering te horen, heeft de heffingsambtenaar de hoorplicht geschonden. Het hof wijst de zaak terug naar de heffingsambtenaar en past de judiciële lus toe.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:2