Rechtbank Gelderland beslist dat de door X gedane betalingen aan belastingen en inhoudingen niet in aanmerking komen voor giftenaftrek.

X heeft in zijn (herziene) aangifte ib/pvv voor het jaar 2014 een bedrag van € 3670 als giften in aftrek gebracht. X stelt dat de door hem gedane betalingen aan belasting aan de Belastingdienst, de inhouding van gelden op de bijstandsuitkering en inhouding van gelden op het loon als gift aftrekbaar zijn omdat de betreffende instanties instellingen zijn als bedoeld in art. 6.33, eerste lid, letter b, Wet IB 2001. Volgens X is sprake van periodieke giften en komen deze verplichte betalingen als gift voor aftrek in aanmerking omdat daartegenover geen directe prestatie bestaat. De inspecteur weigert de aftrek. X komt in beroep.

Volgens Rechtbank Gelderland heeft de inspecteur de giftenaftrek terecht geweigerd. Giften in art. 6.33 Wet IB 2001 zijn verplichte bijdragen waar geen directe tegenprestatie tegenover staat. Voor zover het de door het CJIB bij dwangbevel ingevorderde bedragen betreft, is de rechtbank het met de inspecteur eens dat dit de op grond van de Zorgverzekeringswet verplichte premies betreft, die moeten worden betaald aan de ziektekostenverzekeraar. Tegenover deze bijdrage staat een directe tegenprestatie, namelijk het verzekerd zijn tegen ziektekosten. Voor zover het betreft de belastingen, de inhoudingen op het loon alsmede de inhouding op de bijstandsuitkering, heeft de wetgever met de term ‘verplichte bijdragen' niet het oog gehad op uit de wet voortvloeiende belastingschulden. Dit zou anders tot een ontoelaatbare inbreuk op het systeem van de Wet IB 2001 leiden. Daarom zijn deze betalingen geen giften die in aftrek kunnen worden gebracht. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.33

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 22 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen