Bij een huiszoeking van X die een bijstandsuitkering geniet treft de politie een groot bedrag aan contant geld aan. Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur met de overgelegde stukken aannemelijk maakt dat X het bedrag heeft genoten uit drugshandel.

Belanghebbende, X, geniet een bijstandsuitkering op het moment dat de politie in zijn huurwoning in september 2012 een huiszoeking verricht. De politie treft € 59.150 in contanten aan, waarvan € 46.000 in een vuilniszak onder het bed in de slaapkamer van X en zijn echtgenote. De strafkamer van rechtbank Gelderland veroordeelt X in augustus 2013 tot een werkstraf wegens witwassen. De rechtbank acht bewezen dat X zich bezig houdt met drugshandel en dat het aangetroffen geld inkomsten uit die drugshandel zijn. Daaropvolgend corrigeert de inspecteur de aangiften IB 2011 en 2012 van X. Hij rekent het bedrag van € 59.150 toe aan die jaren.

Hof Den Haag is het daarmee eens. X kan geen aannemelijke verklaring geven voor de aanwezigheid van het contante geld in zijn woning. De door X en zijn zoon bij de huiszoeking, het politieonderzoek en andere gelegenheden gegeven verklaringen wisselen veelvuldig en bevatten tegenstrijdigheden. Het hof gelooft niet dat het geld van de zoon van X is. De inspecteur overlegt een groot aantal stukken uit het politieonderzoek en de strafrechtelijk procedure, op grond waarvan het hof het aannemelijk acht dat X het bedrag heeft genoten uit drugshandel. De inspecteur heeft het inkomen van X ook in redelijkheid geschat. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 22 november

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen