X heeft een eigen woning en een eigenwoningschuld. In verband hiermee heeft hij beleggingsverzekeringen gesloten. X stelt dat hij over de jaren 2005 tot en met 2008 een bedrag van € 14.781 heeft betaald voor deze verzekeringen. In geschil is of deze kosten in 2008 kunnen worden aangemerkt als aftrekbare rente en kosten van geldlening.
Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de bedragen die X heeft betaald voor de beleggingsverzekeringen niet zijn aan te merken als aftrekbare rente en kosten van geldlening. Het bedrag aan inleg is bestemd voor de aankoop van beleggingen in (een van) de twee beleggingsfondsen die de verzekeraar beheert. De beleggingen worden gebruikt om verzekerd te zijn van de aflossing van de hoofdsom op de einddatum van de verzekering. Het gaat om de betaling van bedragen die uiteindelijk bestemd zijn te dienen als terugbetaling van de hoofdsom en niet toekomen aan de verzekeraar of de geldverstrekker als vergoeding voor het ter beschikking stellen van die hoofdsom of daarmee gemoeide kosten. X' hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.120
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Belastingrecht algemeen, Huwelijksvermogensrecht
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 19 juni