De inspecteur legt aan X navorderingsaanslagen IB/PVV op. Hierbij brengt hij rente in rekening en legt hij boetes op. De inspecteur verklaart het bezwaar tegen de aanslagen niet-ontvankelijk en het bezwaar tegen de boetebeschikkingen ongegrond. Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van X gegrond, maar handhaaft ook een aantal aanslagen en rentebeschikkingen.
Het hof oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de aanslagbiljetten zijn verzonden naar het juiste adres. Daardoor is geen sprake van verschoonbare termijnoverschrijding en is het bezwaar tegen de aanslagen over 2013 t/m 2016 terecht niet-ontvankelijk verklaard. De bijbehorende verzuimboeten zijn terecht opgelegd. De aanslag over 2017 is terecht opgelegd omdat de stelling van X over het niet verrichten van arbeid op zichzelf geen reden is om uit te gaan van een lager fictief loon van € 1.000. Het hof vernietigt de vergrijpboeten over 2013 en 2014 omdat de kwalificatie van grove schuld ontbreekt.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 23 mei