Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de bezwaren tegen de vergrijpboeten ten onrechte niet-ontvankelijk zijn verklaard. Er is namelijk vóór 1 augustus 2019 bezwaar gemaakt, zodat voor de boeten de oude bewijsregels gelden. De inspecteur toont niet overtuigend aan dat de bezwaren te laat zijn ingediend.
Aan X zijn in november 2017 twee naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd van in totaal ruim € 20.000, alsmede twee vergrijpboeten van € 2666 en € 1333. Pas in maart 2018 gaat X hier tegen in bezwaar. In geschil is of de bezwaarschriften terecht wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk zijn verklaard. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt de inspecteur in het gelijk. X stelt in hoger beroep dat eind november 2017 reeds bezwaar is gemaakt. De inspecteur stelt die brieven destijds niet te hebben ontvangen.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de bezwaren tegen de boeten ten onrechte niet-ontvankelijk zijn verklaard. Er is namelijk vóór 1 augustus 2019 bezwaar gemaakt, zodat voor de boeten nog de oude bewijsregels gelden (zie HR 5 juli 2019, 21/00037, V-N 2021/48.15) voor de beoordeling of tijdig bezwaar is gemaakt. De inspecteur toont niet overtuigend aan dat de bezwaren te laat zijn ingediend. Conform het compromis van partijen om het geschil in dat geval finaal te beslechten, worden de boeten verlaagd tot € 2000. Het beroep van X is slechts in zoverre gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:7