Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat er sprake is van een vrijwillige verbetering. De inspecteur maakt namelijk niet aannemelijk dat X op het moment van de inkeer moest vermoeden dat de Belastingdienst zijn buitenlands vermogen op het spoor was.

X beschikt over een geheime bankrekening in Zwitserland. De gemachtigde van X meldt op 30 juni 2016 in een e-mail aan de inspecteur dat X over buitenlands vermogen beschikt. De inspecteur legt vervolgens IB/PVV-navorderingsaanslagen met boetes op aan X. Voor de aanslagen over de jaren 2005 - 2008 past de inspecteur daarbij het boeteregime toe dat gold tot 2 juli 2009. Voor de overige aanslagen is het boeteregime toegepast zoals dat gold vanaf 2 juli 2009. In geschil is of terecht boetes zijn opgelegd.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat er sprake is van een vrijwillige verbetering. Volgens de rechtbank maakt de inspecteur niet aannemelijk dat X op het moment van de inkeer op 30 juni 2016 moest vermoeden dat de Belastingdienst zijn buitenlands vermogen op het spoor was. De rechtbank acht daarbij van belang dat X geen brieven van de Zwitserse bank (UBS) had ontvangen over het eventueel opzeggen van de relatie. Op het moment dat UBS deze brief verzond, had X zijn bankrekening bij UBS al opgeheven. De rechtbank vernietigt vervolgens de boete voor het jaar 2014, en matigt de boetes voor de jaren 2005 - 2013.

Lees ook het thema De inkeerregeling

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 67n

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 22 mei

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen