Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank het beroep van X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De gevolgen van zijn keuze om het beroep via een kennis in te dienen, komen voor rekening van X.

X verblijft voor zijn werk in Albanië. Zijn gemachtigde heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag rioolheffing gebruiker niet-woning. De heffingsambtenaar van het Belastingcentrum Tribuut verklaart het bezwaar in een uitspraak van 11 oktober 2017 ongegrond. X raakt pas 10 - 12 dagen voor het verstrijken van de beroepstermijn op de hoogte van de uitspraak. X stelt vervolgens een beroepschrift op, geeft dit mee aan een van zijn collega’s, die het in Nederland aan een kennis van X geeft. Deze kennis geeft het beroepschrift op 24 november 2017 af bij de rechtbank, twee dagen na het verstrijken van de termijn. Rechtbank Gelderland verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. X stelt vervolgens in hoger beroep dat de heffingsambtenaar telefonisch contact met hem zou opnemen over de hoogte van de WOZ-waarde alvorens uitspraak op bezwaar te doen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank het beroep van X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Volgens het hof had X namelijk op eenvoudige wijze maatregelen kunnen treffen om zijn rechten veilig te stellen. Zo overweegt het hof dat X zijn gemachtigde opdracht had kunnen geven om tijdig (pro forma) beroep te laten indienen tegen de uitspraak op bezwaar. Dat X voor een andere, omslachtigere, oplossing heeft gekozen, moet volgens het hof voor zijn rekening komen. Dat de heffingsambtenaar nog contact zou opnemen acht het hof niet van belang, aangezien dat over het bezwaar tegen de WOZ-waarde ging. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 22 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen