Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat Rijnvarende X niet in aanmerking komt voor een vrijstelling voor de Nederlandse PVV. Er ligt namelijk een geldige A1-verklaring waaraan de belastingrechter is gebonden.

Rijnvarende X is het eerste halfjaar van 2016 in dienst van een Liechtensteinse werkgever en de tweede helft van een Nederlandse werkgever. De Svb verklaart het Nederlandse socialezekerheidsrecht van toepassing op X voor het eerste halfjaar van 2016. In zijn IB-aangifte 2016 verzoekt X vrijstelling van de Nederlandse PVV voor het eerste halfjaar van 2016. De inspecteur honoreert dit verzoek niet. X stelt vervolgens dat de inspecteur een onderzoek had moeten instellen in verband met nieuwe informatie.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat Rijnvarende X niet in aanmerking komt voor een vrijstelling voor de Nederlandse PVV. Er ligt namelijk een geldige A1-verklaring waaraan de belastingrechter is gebonden. De inspecteur heeft dan ook terecht het Nederlandse socialezekerheidsrecht van toepassing verklaard op X. Met betrekking tot de nieuwe informatie die X inbrengt, dat hij geen substantiële werkzaamheden heeft verricht in Nederland, merkt de rechtbank op dat dit moet worden ingebracht in de sociale zekerheidskolom, bijvoorbeeld in een procedure over de A1-verklaring. Verder komt X ook geen beroep toe op de Regeling tijdelijke tegemoetkoming Rijnvarenden aangezien die regeling niet ziet op Liechtensteinse premies over 2016. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Rubriek: Internationale sociale zekerheid, Premieheffing

Editie: 16 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

119

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen