Hof Arnhem-Leeuwarden overweegt dat bij het bepalen van de WOZ-waarde geen rekening hoeft te worden gehouden met beperkingen die de eigenaar of gebruiker persoonlijk treffen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

De erven van een erflaatster, die overleden is in 2019 en voordien een onroerende zaak in eigendom had, krijgen een WOZ-beschikking met betrekking tot eerdergenoemde onroerende zaak over 2019. Belanghebbende, één van de erfgenamen, is het niet eens met de hoogte van de WOZ-waarde.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2021/3203) overweegt dat bij het bepalen van de WOZ-waarde geen rekening hoeft te worden gehouden met beperkingen die de eigenaar of gebruiker persoonlijk treffen. Dat de zaak in mede-eigendom is, is dus geen waardedrukkende omstandigheid. Daarnaast is de eigendoms- en gebruikssituatie op waardepeildatum bepalend en dus 1 januari 2018, op welk moment de onroerende zaak nog in bezit was van erflaatster. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hoge Raad

11

Gerelateerde artikelen